Senegal, here we come!

Blog 046, 06-02-2024

23-01-2024 Atar

Iedereen heeft een vrije dag om zich voor te bereiden op de komende dagen pistes rijden. Françoise maakt de Unimog schoon. Ook zij ontkomen niet aan het binnendringen van het Saharazand. Christophe trekt zijn overall aan en inspecteert de Unimog. Hij is er de hele ochtend mee bezig. Handig als je dat zelf kan doen, terwijl het niet zijn vak is. Jimmy laat zijn was doen door de beheerder Ahmed die zelfs de was voor Jimmy ophangt. Wat een luxe. Onze nieuwe kraan die we hebben gekocht in Agadir werkt niet meer. Jeroen heeft een paar dagen geleden de kraan uit elkaar gehaald en het contactje bleek losgeschoten. Hij zoekt hoe het contact functioneert en krijgt het voor elkaar om het onderdeel terug te plaatsen. Handig dat Jeroen het zelf kan doen, terwijl het niet zijn vak is. Maar helaas, zonder resultaat. Er is meer aan de hand. Het contact functioneert, maar de pomp slaat niet aan. Met de multimeter komt hij erachter dat de kraan werkt, maar de pomp kapot is. Waarschijnlijk is de oorzaak de bevriezing toen we vorig jaar in Marokko in de Haute Atlas in het dorp Imilchil op ruim 2000 meter hebben geslapen met uitzicht op de besneeuwde bergtoppen. De pomp moet worden vervangen, maar die zit ingebouwd achter de kasten in de holle ruimte van de carrosserie. Dat wordt slopen geblazen. Of toch niet, want Christophe duikt in de garage van de Unimog en komt terug met een nieuw waterpomp. Ongelooflijk dat hij dat bij zich heeft! En we mogen die gebruiken om te vervangen. Françoise staat al klaar om samen met Christophe te lunchen in Atar. Dat gaat helaas niet door. Christophe heeft zijn overall nog aan en hij staat erop om Jeroen te helpen. “Désolé Françoise, pas de lunch en Atar. Excuses!!” Christophe en Jeroen besluiten de pomp in de kast te plaatsen, zodat ze niets hoeven te slopen. Dan ziet Christophe dat de aansluitingen van de pomp naar de kraan niet meer passen. Françoise krijgt de belangrijke opdracht van haar man om op zoek te gaan naar de juiste slangen en klemmen met de juiste maat. Françoise heeft een vrachtwagenrijbewijs, maar Jimmy biedt aan om samen met haar in zijn Toyota naar Atar te rijden. Iedereen wordt ingeschakeld. Wat een hulp en saamhorigheid! Na een uurtje komen ze terug met de benodigde onderdelen èn kip en patat, visballetjes en kleine Mauritaanse oliebollen.  Ina heeft ondertussen bietensalade gemaakt. We lunchen samen om een uur of drie. Wat een heerlijke maaltijd! “Alléz Jérôme, au travail”, zegt Christophe en samen installeren ze de pomp. “We hebben weer een werkende kraan, Ina”, zegt Jeroen.

Markt in Atar

Un très très très grand merci pour ‘Le Team au Secours’. Merci beaucoup Françoise, Jimmy et Christophe!! ’s Avonds hebben Christophe en Françoise een verrassing voor ons. Zij hebben dit ’s ochtends al aangekondigd en wij zijn er zeer nieuwsgierig naar. Omdat het ontzettend waait, zitten we in het overdekte hutje, de wanden en het dak bedekt met riet. De surprise: een grote chocoladetaart met bovenop een foto van de Toy en Unimog bij de vispoelen in Imlili in Marokko. “Oh lala! Quelle surprise!”, roept Ina verrast uit. En de taart is heerlijk! Een Frans stel, Dominique en Christine reizend in een Mercedes Sprinter is aangeschoven en even later komt ook Stuart bij ons zitten. Hij komt uit Nieuw-Zeeland en reist rond met een rugzak. We kletsen samen en eten de halve taart op. De volgende dag gaan we samen plus het Franse koppel naar Vallée Blanche, maken we een bivak, overmorgen rijden we naar de oase Tergit en komen we terug naar Atar. We ervaren vandaag als een enerverende dag. De vrije dag is tot een klusdag verworden. We gaan op tijd naar bed en morgen vertrekken we rond half 10.

24-01-2024

We besluiten vanochtend om niet mee te gaan naar Vallée Blanche en de oase Tergit. Het heeft de afgelopen twee dagen heel hard gewaaid. En de komende twee dagen gaat het ook waaien. Code geel! De lucht is totaal zwanger van het Saharazand en ziet er grauwgeel uit. Dat is jammer, want dan is het uitzicht veel minder mooi. In 2009 hebben we deze plaatsen bezocht met de Fransman Franck onder een strakblauwe lucht. In plaats daarvan houden wij rustdagen op de camping en werken we onze website bij. We vermaken ons met Stuart. Morgen is het plan om samen met hem naar de oase te rijden en dezelfde dag terug te keren naar de camping. De dag vliegt voorbij. Voordat we het weten is het avond, eten we samen en we geven Stuart onze dromedarisdeken voor de nacht, omdat het behoorlijk kan afkoelen. We vallen in slaap in onze klapperende daktent.

25-01-2024 Oase Tergit

Code geel van de zandstorm is vandaag veranderd in code oranje en misschien wel in code rood. Advies: binnen blijven. Als wij het achterportier openen, slaan de zandkorrels tegen ons gezicht en waaien naar binnen. In een mum van tijd hebben we een ZandiToy. Best ergerlijk. De vele vliegen overdag en de muggen die ons ’s nachts wakker houden zijn al vervelend, maar er is niets opgewassen tegen een zandstorm. Accepteren of je heil ergens anders zoeken. Dus dan maar naar de oase Tergit en verkoeling zoeken tussen de palmbomen en bij het koele water. Stuart gaat met ons mee. Gezellig! Het is onderweg minder grauw van het zand dan in Atar. Dat komt omdat we tussen de bergen rijden bedekt met rotsen en stenen. We parkeren de Toy, betalen 200 OUM per persoon, we wandelen door de oase en we klimmen naar de rotsen om de oase van bovenaf in de kleine kloof te zien. Daarna dalen we af naar de oase en gaan op de matjes  liggen. Wat een rust! Een jongeman brengt ons op ons verzoek thee. We horen de wind die ons koelte brengt en geen zand. Het geluid van het geritsel van de palmbomen wiegen ons in slaap. Om 5 uur wordt het tijd om terug te gaan naar Atar. Eerst een uur rijden over de asfaltweg, dan boodschappen doen, tanken en iets eten. We lopen terug naar de Toy en wie zien we daar? Françoise en Christophe. “Rebonjour!” We vragen hoe hun tocht was en waar de anderen zijn. De tocht naar Valleé Blanche, Maaden en de oase Tergit was mooi, alleen hadden ze problemen in het mulle zand. Jimmy met zijn Toy en het andere stel, Christine en Dominique met hun 4x4Sprinter kwamen meerdere keren vast te zitten in het zand en moesten door te scheppen en met zandplaten uit het zand worden gered. De Unimog kreeg een lekke band door een scherpe verborgen steen onder het zand. Het duurde 2 uur om de band te verwisselen. De anderen zijn aan het uitblazen bij de ingang van de oase. Vandaag proberen Françoise en Christophe de band te laten repareren en anders morgen. Hopelijk is er dan een garage open, want morgen is het vrijdag, couscous- en moskeedag. On verra, inshallah. Morgen gaan we met 4 auto’s (Unimog, Toy, Sprinter en onze Dinky Toy) gedurende ongeveer 5 dagen pistes rijden richting Chinguetti, Tidjikja, verder naar het zuidoosten. De band van de Unimog is gerepareerd, dus kunnen we weer verder.

Oase bij Tergit

26-01-2024 vertrek naar Chinguetti

We gaan vertrekken. Op naar nieuwe pistes en eerst naar Chinguetti. We laten het afval achter op de camping en we vinden het best veel voor 14 toeristen in 1 dag. Geen idee of er een afvalcentrum is. Nog even naar de markt. Wat een hectiek en wat een oude barrels rijden hier rond. Echt rijp voor de sloop, maar niet in Mauritanië. De Toyota’s en Mercedesen rijden hier even vrolijk rond. Groente, fruit en brood langs de straat krijgen een speciale behandeling van stof en uitlaatgassen. Het eerste deel gaat over een piste, deels harde ondergrond en deels door de duinen. Daarna houdt de piste op en moeten we zelf een weg vinden over scherpe, zwarte vulkaanstenen. Nooit leuk, want we willen de boel heel houden en het reistempo vermindert drastisch. Na een kwartier bereiken we de piste en vervolgen we de weg door de bergen van ‘Amogjar’. We kennen dit gebied toen we hier in 2009 waren. Geen straf om het nogmaals te zien. Het is hier ruig en prachtig! Eerst rijden we door het oued en stijgen we. De piste gaat vlak langs de rotswand. Bij een fantastisch uitzicht stoppen we en maken we foto’s. Ina maakt een ‘ussie’ en krijgt iedereen zo gek om op haar teken te springen voor de foto. “Oh lala!” roepen ze, maar ze doen wel hun best. We bereiken het ‘Fort ‘Saganne’. Jimmy vertelt dat hier een Franse liefdesfilm is opgenomen met de acteurs Gérard Depardieu et Catharina Deneuve. Wij doen research op internet: Fort Saganne is een Franse film van Alain Corneau die werd uitgebracht in 1984. Het scenario is gebaseerd op de gelijknamige roman (1980) van Louis Gardel. Toen hij in de zalen werd uitgebracht was Fort Saganne de Franse film die met het grootste budget ooit was gedraaid. De film heeft als genre oorlog, drama en historie. Omdat geen van de aanwezige Fransen de film heeft gezien, vullen we zelf het script in. De reeds getrouwde kolonel is verliefd geworden op de beeldschone nomadenvrouw Fatima. Ze raakt zwanger wat een schande is voor de familie, waardoor ze verbannen wordt naar een ver dorp. De kolonel wordt als strafmaatregel gedegradeerd en overgeplaatst naar het vreemdelingenlegioen in Algerije. Geen happy end voor ‘les amoureux’. Wel heel veel drama. We zien dat het fort is omheind en het in elkaar begint te storten. Het gebouw wordt nu gerestaureerd.

Fort Saganne

Na het bezoek aan Fort Saganne rijden 40 km in drie kwartier over de piste naar Chinguetti. Een wasbordpiste, zo één die we niet fijn vinden. De gehele piste bestaat uit keiharde ribbels, vandaar de naam. Je kunt heel langzaam over de ribbels rijden of met een vaart van 60 à 70 km p/u zodat je over het wasbord planeert. Als je harder rijdt, wordt de auto onbestuurbaar, rij je langzamer, dan rammelen de nieren uit je lijf. Twee mogelijkheden om de ribbels minimaal te voelen. Wij kiezen voor het hogere tempo, anders duurt de rit een eeuwigheid. Achter onze Toy waait het zand hoog op en komt ook in onze auto. Om na een zanderige reis binnen zo weinig mogelijk te hoeven schoonmaken, heeft Ina het zit- en het kookgedeelte bedekt met een douchegordijn en plakband. Helaas is het plakband deels los gekomen en de kussens zijn gaan schuiven. Het plan leek goed, echter de uitkomst is 0,0. De volgende keer proberen we het douchegordijn met dubbelzijdig plakband vast te maken. Door deze wasbordrit is de stofkap van de snorkel eraf getrild en dus verdwenen ergens in de woestijn. Ina offert haar T-shirt op en Jeroen zet deze met tiewraps vast aan de snorkel. Ja, we vinden reizen op deze manier nog steeds fantastisch, maar het heeft ook zijn minder leuke kanten.

Passe d’Amogjar tussen Atar en Chinguetti

In Chinguetti wandelen we naar de auberge waar we in 2009 hebben gestaan, in de hoop thee te kunnen drinken. Helaas is het hek dicht en niemand te bekennen. Vandaag is het vrijdag, de zondag voor de moslims. Iedereen is de hort op. We lopen terug naar de auto. Jonge kinderen spreken ons aan: “Mussjeu, Mussjeu”, zeggen ze met een harde ‘s’. Deze kinderen zijn rustiger, beschaafder en ze zijn gewend aan toeristen. Nadat we hebben getankt bij het enige tankstation in het dorp, rijden we het dorp uit op zoek naar een bivak. Als het Jeroen nog net lukt om door het brede oued met zeer mul zand de overkant te bereiken zonder vast te komen zitten, besluiten we om tussen de duinpannen een plek te zoeken. De andere 3 reizigers volgen. De Unimog rijdt zonder problemen met een grote vaart door het oued. De andere 2 auto’s, de Toy en de Sprinter, laten eerst lucht uit de banden en bereiken zo ook de overkant. Christophe rijdt direct naar een boom waar de ondergrond stevig is. De andere auto’s staan dichtbij hem. Christophe grapt: “Daar zijn de Hollanders en hier de Fransen” en hij maakt een streep door het zand waarmee hij de grens trekt. Grappig! Eerst maakt Ina de Toy van binnen schoon. Het zit overal vol met Saharazand. Na een douche en het avondeten kijkt Jeroen een film op de laptop. Ina houdt het voor gezien en kruipt in bed.

27-01-2024

Jeroen is ziek. Darmproblemen en dat begint een beetje een traditie te worden tijdens onze reizen. Er zit niets anders op dan een rustdag te nemen. Ina loopt naar de Fransen en Christophe komt haar tegemoet. “Heb je je paspoort bij je om de ‘grens’ te passeren?”, grapt hij. Het is jammer dat we niet mee kunnen. We nemen afscheid van elkaar, we houden contact zodat we elkaar later weer ergens kunnen ontmoeten. Ina wenst hen een mooie en veilige reis en zwaait de Fransen uit. Jeroen neemt immodium in en slaapt de rest van de dag. We bevinden ons in de Sahara. Het woestijnklimaat is hard voor mens, dier en plant. De luchtvochtigheid is 9% en dat merk je aan je droge lippen. De temperaturen zijn momenteel hoog, 36° C. Als er al ergens water is te vinden, dan wordt er niets verbouwd door de arme zandgrond. Het enige dat wij zien groeien, zijn de dadelpalmen. De ezels zien we nooit eten en staan alleen maar in de volle zon, de dromedarissen eten aan de pollen van het kamelengras, de geiten eten alles wat ze kunnen vinden, zelfs plastic zakken. De zandstorm is voorbij, maar nog steeds waait het hard, 19 km/u met windstoten van 52 km/u. De wind zorgt voor koelte, maar buiten zitten, zelfs in de beschutting van een duinpan, is onaangenaam door de wervelende wind en de vele aanwezige vliegen. Ina blijft daarom binnen en maakt het zich comfortabel. In de middag rijdt een Zwitserse vrachtwagen met opbouw voorbij. De chauffeur verkijkt zich op de zanderige doorgang van het oued en komt met zijn 8 ton al snel vast te zitten. Hij poogt met veel power vooruit te rijden om de vrachtwagen zo uit het mulle zand te bevrijden. “Nooit vooruit rijden, altijd achteruit in hetzelfde spoor terugrijden!”, denkt Ina die het tafereel vanuit de Toy gadeslaat en dit van Jeroen heeft geleerd. Bij ons werkt het altijd. Zijn poging mislukt en de achttonner komt dieper in het zand te liggen. Het stel probeert zich uit het zand te bevrijden door te scheppen en lucht uit de banden te laten. Na 15 minuten komt Ina in beweging. Ze loopt naar de Zwitsers en biedt hulp. Met hun vier zandplaten en twee van ons hoopt de chauffeur dat hij los komt door terug te rijden. En het lukt inderdaad. De Zwitser loopt terug naar de plaats van het onheil om de zandplaten te pakken. Ina zegt dat het misschien verstandiger is om eerst te verkennen hoe hij naar de overkant kan rijden en de zandplaten te laten liggen voor het geval dat hij onverhoopt weer vast komt te zitten. “Goed idee”, beaamt hij. De 2e poging lukt en de Zwitsers zijn geholpen. Ze vertellen dat ze van Atar komen en onze vrienden zijn tegengekomen bij een plaatsje. Eén van hen had een lekke band, maar ze wisten niet wie. Het drietal was op weg naar Atar om de band te repareren. We vermoeden dat het de Unimog moest zijn. We zullen het later wel te horen krijgen. Tegen het eind van de middag wordt Jeroen wakker en hij voelt zich al veel beter.

28-01-2024

Jeroen voelt zich goed genoeg om naar Atar te rijden. We vermijden de wasbordpiste en we kiezen een andere piste die uitkomt bij de pas Amogjar. Het laatste deel is behoorlijk stenig. Jeroen stapt uit om met stenen een groot gat op te vullen voor een betere doorgang. Dan zien we een zwarte leguaan. Snel pakt Ina haar telefoon om plaatjes te schieten. Hij is bijzonder en groot en hij doet denken aan een prehistorisch dier. We komen uiteindelijk uit op de doorgaande weg waar we voor de zoveelste keer een fiche afgeven. De weg over de pas d’Amogjar ziet er na 2009 slecht uit en is  toe aan herstel. Destijds was het net aangelegd. Voortdurend onderhoud is nodig om de weg begaanbaar te houden, maar dat kost uiteraard geld. Het uitzicht is weer fantastisch en we genieten volop. In ruim twee uur arriveren we op camping Inimi. “Rebonjour, Nosnos!”, verwelkomt Mahmoud ons. Zo wordt Ina genoemd. Nos-nos is een sterke koffie, met voor de helft aangevuld met melk. Half-haf, dus. Ina legt regelmatig uit dat haar vader uit Indonesië komt en haar moeder uit Nederland en zij nos-nos, half- half is. Het grapje slaat altijd aan, maar nooit eerder is ze zelf Nosnos genoemd. Dat vinden wij dan weer grappig. “Jullie plekje is bezet”, wordt ons verteld als we aankomen. Geen probleem voor ons en we parkeren de Toy onder de boom.

Adrar-regio

29-01-2024

Vandaag rijden we naar onze vrienden richting Tichitt. Eerst koopt Jeroen met Mahmoud in Atar een stofkap voor de snorkel en een extra brandstoffilter. Ina blijft alleen op de camping en neemt de honneurs waar. Een belangrijke taak! Na een uurtje komen de mannen terug en kunnen wij vertrekken. De eerste stop is bij de rivier waar Jeroen de ramen schoon maakt, de banden op spanning brengt en Ina de verlate brunch verzorgt. Wat een prachtige plek met een aangenaam briesje. Na drie kwartier breken we op. Nog een lange weg te gaan. Zonder navigator rijden we verder omdat de weg bekend is. We gaan onze vrienden achterna richting het zuidoosten naar Tidjikdja en Tichitt. We moeten de eerste en enige afslag links nemen. Hoe moeilijk kan het zijn.

De snorkel met T-shirt en met de nieuwe stofkap

We kachelen met een gangetje van 75 km/u over een redelijk goede asfaltweg met af en toe diepe gaten. Het landschap wordt vlak en eentonig. Dat is vreemd, want we zouden langs de bergen moeten rijden. Jeroen kijkt op de navigatie. Verschrikt roept hij: “Joh, we rijden op de RN1 richting Nouakchott! De afslag was zeker 1,5 uur terug”. We komen snel bij van deze ontdekking en we gooien het plan om. 100 km terug rijden vinden we geen optie en eensgezind besluiten we door te rijden naar de hoofdstad. Na nogmaals twee uur rijden zien we net onder de plaats Akjoujt een heuvel bedekt met zwarte lavastenen. Een mooie plek voor een bivak. Dan is het de beurt aan Ina. Ze heeft voor het eerst tijdens al haar reizen darmproblemen. Hebben we iets verkeerds gegeten of gedronken? Jeroen heeft dit keer nergens last van en we kunnen het niet achterhalen. We informeren onze vrienden over de verandering van onze reis. Aan de ene kant is het jammer omdat we nu toch in Mauritanië zijn en het gebied bij Tidjikdja en Tichitt heel mooi is. Aan de andere kant kunnen we eerder en langer naar Senegal en The Gambia, ons oorspronkelijke reisdoel. We mogen niet klagen, doen dat ook niet en prijzen ons gelukkig dat we een nieuw deel van Mauritanië hebben gezien in goed Frans gezelschap! À bientôt nos chèrs amis, inshallah!

Bivak tussen de scherpe stenen bij Akjoujt

30-01-2024 Nouakchott

Deze nacht hebben we beiden uitstekend geslapen. Jeroen zit achter het stuur, want Ina is nog wat slapjes en moe. Onderweg slaapt ze in het gangpad van de auto. De rit duurt ruim 3,5 uur. Er waait voortdurend zand over de weg vanuit het oosten en soms is het zicht minder dan 50 meter. We naderen Nouakchott en het wordt steeds drukker op de weg. Ook hier zien we de Mercedes- en Toyotabarrels rondrijden, maar ook luxere Landcruisers. Verkeersregels zijn er ongetwijfeld, maar we zijn er nog niet achter welke, want iedereen doet maar wat: stoppen of doorrijden bij een rood stoplicht, wel of geen voorrang verlenen op een rotonde, verkeer van rechts wel of geen voorrang verlengen, alles gepaard met getoeter. De politie kijkt voornamelijk toe en grijpt niet in. Naar ons zwaaien of salueren ze vriendelijk. Uiteindelijk vindt iedereen zijn weg en zien we geen ongelukken. Dwars door de drukke hoofdstraat bereiken we Camping Africa Escale. Binnen de muren parkeren we in een oase van rust en fijne, relaxte ambiance. We krijgen een welkomstdrankje en we ontmoeten de broer van Sidi, eigenaar van de camping in Atar. Hij nodigt ons direct uit voor een maaltijd samen met twee andere gasten. Het is heerlijk! Echter, de maag van Ina is nog niet in orde en ze houdt helaas niets binnen. ’s Avonds kijken we op een groot breedbeeldscherm naar de African Cup, Marokko tegen Zuid-Afrika. De aanwezige Mauritaniërs zijn duidelijk voor Marokko, maar ze worden met 2-0 uitgeschakeld. De tv blijft aan, iedereen gaat naar bed en ook wij kruipen de daktent in.

Camping Africa Estrale in Nouakchott

31-01-2024 Bezoek aan de politie i.v.m. visum verlengen

We gaan vandaag naar de politie om het Mauritaanse visum te verlengen. Als we terug komen uit Senegal, is deze namelijk verlopen. Om 9.00 rijden we weg om op tijd bij de politie te zijn. Je weet nooit hoe lang het gaat duren. Het is 15 minuten rijden van de camping. We schieten aardig op, totdat we in de buurt van de markt voor een stoplicht staan. Wat een chaos! Auto’s, bussen en ezelkarren staan stil, er wordt getoeterd en de politie probeert in te grijpen, echter zonder resultaat. Zeer langzaam komen we bij het kruispunt waar we afslaan en met een omweg naar de politie rijden. We lopen het politiegebouw in en een man moet elke bezoeker registreren. We zeggen duidelijk onze achternaam en hij schrijft het fonetisch in het Arabisch op in een schrift. Onze telefoon moeten we achterlaten, alleen onze autosleutels en geld mogen we meenemen. De man zegt dat er 2 chefs aanwezig zijn die ons kunnen helpen. Boffen wij even! Dan worden we voor een 2e keer geregistreerd. Weer spreken we onze namen goed uit en we zien onze namen genoteerd in het Arabisch van rechts naar links. Daarna gaan we op zoek naar het juiste kantoor. Een behulpzame agent wijst ons de weg. In het kantoor zit de vrouwelijke chef. Dat hadden we niet verwacht. Moeizaam en met een  chagrijnig gezicht komt ze uit haar stoel. Ze had net zo’n gezellig theekransje met haar mannelijke collega’s. Ze is kortaf en gebiedt ons mee te lopen. Voor haar gesloten kantoor zoekt ze naarstig en al kreunend en steunend in haar tas naar de sleutel om haar kantoor te openen en vist deze uiteindelijk uit haar tas. Wij volgen haar braaf en we leggen haar onze situatie uit en of we ons visum kunnen verlengen. “Ja”, zegt ze, “als jullie per persoon 1 kopie  van het paspoort, 1 kopie van het visum hebben en 2 pasfoto’s. Die hebben we niet. Gelukkig is er op loopafstand een zaak waar we dat allemaal kunnen regelen. Maar helaas, in de hele wijk is er stroomstoring. Omdat we het geregeld willen hebben, wachten we 2 tot 3 uur. Dan zal er weer elektriciteit zijn. We krijgen thee en de jongeman verontschuldigt zich voor het ongemak. Na 5 uur wachten stappen we op en gaan terug naar de camping. Daar is de elektriciteit niet afgesloten. Eind van de middag lopen we naar een zaak waar we de kopieën en pasfoto’s kunnen laten maken. We moeten 400 ouguiya betalen, een tientje. Jeroen haalt weer het oude Mauritaanse geld uit zijn portemonnee die we van Ron & Trees hebben gekregen, overgehouden van hun reis destijds. Ze wisten niet zeker of het geld nog wordt gebruikt. We hebben er al veel lol mee gehad. De jongeman die ons helpt, kijkt er goed naar en zegt dat het niet meer geldig is. De eigenaar is net binnen gelopen en hij is dolblij verrast. Hij wil het oude geld heel graag hebben, ondanks dat het niets waard is. “Voor mijn verzameling”, zegt hij. “Dan laat ik in China speciaal een lijst maken en hang ik het in mijn zaak op.” Hij wijst naar een verlopen briefje van 1000 ouguiya die aan de muur hangt. Hij smeekt om de drie oude briefjes die we hem laten zien en wil ze ruilen tegen alle kopieën en pasfoto’s. “Please, un cadeau pour moi!” Tja, dat kunnen we hem niet weigeren. En voor ons is het ook een cadeau, gratis kopieën en foto’s. Een win-win-situatie. Iedereen blij. We lopen de zaak uit en gaan naar een restaurant om er te eten en geven daar meteen de 400 uitgespaarde ouguiya’s uit. Een aanvankelijk verloren dag met een vrolijk eind.

01-02-2024 richting Diama grens Senegal

Tegen half 10 rijden we via een korte route in één streep naar de politie voor het regelen van het visum, zodat we de drukte van de markt vermijden. Het scheelt tijd. In 10 minuten zijn we er. Daar aangekomen vinden we dezelfde madame bij haar mannelijke collega’s. Ze zegt dat we binnen moeten komen en ze is zowaar vriendelijker tegen ons. Weer leggen we onze situatie uit en haar collega’s luisteren mee. Dan ontstaat er tussen hen een discussie in het Arabisch. We verstaan het niet, maar we begrijpen dat er wel een verschil van mening is. Een agent vertaalt dat we het visum gewoon aan de grens kunnen kopen voor € 55,00 per persoon. Vervolgens verwijst hij ons naar de opperchef om zijn verhaal door hem te laten bevestigen. Wij gaan op zoek naar de man in kwestie. Het is een doolhof van gangen met veel kantoren, maar we vinden de vriendelijke en behulpzame hoofdchef achter zijn bureau. Hij legt ons direct uit dat we het beste een visum aan de grens kunnen kopen, want een verlenging is niet meer geldig zodra je het land verlaat. Dat hadden we eigenlijk wel kunnen weten. Binnen zeer korte tijd staan we weer buiten. Nou, dat had de cheffin ons gisteren moeten vertellen. Knap waardeloos en wat zonde van onze dag van gisteren! Maar ja, dan hadden we niet onze oude ouguiya’s kunnen ruilen tegen de kopieën. Omdat het nog vroeg is, rijden we eerst naar de camping om onze spullen op te halen en om daarna door te rijden naar de grens. Nouakchott heeft 4,5 miljoen inwoners, is enorm uitgedijd, het verkeer is superhectisch, waardoor we pas na een uur de buitenwijken van de hoofdstad bereiken. We passeren de nijverheidsindustrie.  Hier worden onder andere van pallethout deuren en wanden gefabriceerd, laswerk gedaan, auto’s gerepareerd en tenten gemaakt en verkocht. Via de RN2 rijden we over een goede asfaltweg naar de afslag richting Diama waar we de grens willen oversteken. 40 km voor de grens nemen we de afslag richting de grens. De piste loopt langs de rivier de Senegal, gaat over een zeer bumpy dirtroad wat ons een uur kost. We zien de enorme diepe sporen van de vrachtwagens, veroorzaakt in het regenseizoen. Dan kun je er ook beter niet zijn. We rijden door het ‘Parc National Diawling’ (PND) en betalen entree bij de ranger. Daar staat tevens een militair die een fiche van ons wil. Onderweg zien we rechts van ons veel water met een grote diversiteit aan vogels. Links is het riet waar wrattenzwijnen op zoek zijn naar voedsel terwijl hun jongen achter hun moeder aanhuppelen of pogen al lopend de melk te krijgen. Twee kilometer voor de grens maken we een bivak. Het is te laat om de grens over te steken. Kamperen is verboden in het PND, maar we doen alsof we het bord niet hebben gezien. De omgeving doet erg denken aan de Hoge Veluwe, alleen zijn hier cramcrambomen. De scherpe stekels liggen bezaaid over de zanderige grond en gaan dwars door de zolen van onze slippers heen. Je bent je voeten niet veilig. De daktent wordt weer uitgeklapt, de Toy krijgt van binnen een schoonmaakbeurt en we nemen een warme douche. Wat een traktatie! Behalve een paar kinderen en vriendelijk zwaaiende passanten met een ezel zien we niemand en hebben we een fantastische bivak. We vallen in slaap bij een oorverdovend kikkerconcert.

Bivak vlak voor de grens in Parc Diawling

02-02-2024 Grensovergang en Camping Zebrabar

Het is aangenaam wakker worden tussen alle vogelgeluiden. Vandaag is het vrijdag. We zorgen dat we om 09.00 uur bij de grens staan voor het geval de formaliteiten lang gaan duren, ze een pauze nemen of besluiten om op hun ‘zondag’ eerder weekend te nemen. Aan ons zal het niet liggen. We arriveren bij de 1e slagpoort. Jeroen geeft het laatste fiche af aan een militair. Een man in een oranje hesje zegt dat we 100 ouguiya moeten betalen, € 2,50. “Dat is voor de commune”, legt hij uit. Elke keer als we moeten betalen, denken we, mede door allerlei verhalen op internet, dat we worden opgelicht. Ina gaat verhaal halen. “En moeten we op de terugweg dan weer betalen?” Eerst wordt gezegd dat het voor de heen- en terugweg is, ‘aller-retour’, later zegt de man dat we 2x moeten betalen. We proberen er onderuit te komen, maar de poort gaat niet open. We betalen, omdat we door willen naar Senegal en we niet weten hoeveel tijd de daar geldende papierenhandel ons gaat kosten. Jeroen rijdt door tot de 2e slagpoort. Hier regelen we bij de politie dat we Mauritanië verlaten. De stempel in het paspoort is het bewijs. De derde slagpoort: het uitvoeren van de auto. Jeroen staat bij het loket en geeft het invoerbewijs af. De afhandeling wordt vertraagd door personen die hun hand naar binnen steken met de documenten en geld. Je zou kunnen zeggen: wat corrupt. Je kunt ook zeggen: je krijgt een vlotte service waar je extra voor betaalt. De formaliteiten aan de kant van Mauritanië verlopen vlot. In 45 minuten opent de 3e slagpoort. Op naar Senegal!

De grens bij Diama, Senegal

We rijden naar de brug die ons aan de andere kant van de rivier de Senegal brengt. Hiervoor  betaal je 10.000 CFA (€ 15,00) of 400 ouguiya of tien euro. We betalen met 400 ouguiya want dat is maar een tientje. Nadat we de Toy parkeren, lopen we eerst naar de politie. Een visum is voor Senegal niet nodig. Binnen 5 minuten is alles geregeld: onze vingerafdrukken van de beide duimen zijn genomen en in het paspoort staat een stempel. “Bon voyage et beaucoup de plaisier”, zegt de politieman en hij draait op zijn bureaustoel richting zijn collega’s daarmee ons de rug toekerend. Het tweede deel van het papierwerk: de passavant regelen voor de tijdelijke invoer van de Toy. Vroeger waren er veel Europeanen die met een auto naar Senegal reden, de auto er verkochten, vakantie vierden en vanuit Dakar terug vlogen naar Europa. Een lucratieve business die de autohandel in Senegal ernstig verstoorde. Hierop heeft de Senegalese overheid besloten dat auto’s ouder dan 8 jaar een ‘Carnet de Passage’ nodig hebben. Zo’n carnet kun je bij de Duitse Adac (ANWB) kopen voor € 250,00 (geldig voor 1 jaar). Tevens betaal je een borgsom, een équivalent van de nieuwwaarde van de auto. In ons geval zou dat om duizenden euro’s gaan. Wij willen Senegal in zonder zo’n ‘Carnet de Passage’ want het geld voor zo’n hoge borg hebben we niet. Via een Senegalees contact, M. Zargane, wordt voor ons een tijdelijk invoerbewijs geregeld voor € 250,00. Het bewijs bestaat uit 3 delen: het 1e deel is geldig voor de 1e 10 dagen, het 2e en 3e deel is geldig voor 15 dagen (totaal dus 40 dagen) en kunnen we op 4 plaatsen in Senegal laten afstempelen. Onder de Overlanders is er veel discussie of dit een vorm van corruptie is. Het is voor ons onduidelijk hoe de organisatie van M. Zargane is gelinkt aan de overheid en de douane. We stoppen ermee om het exacte verhaal te achterhalen en we verheugen ons erop dat we met onze eigen auto Senegal kunnen bezoeken. Bij het loket vraagt en douanebeambte ons wat we willen en verwijst ons naar Bébé, een fixer. “He’s clean”, verzekert hij ons. We vertellen Bébé dat we al contact met M. Zargane hebben opgenomen. “Is hij hier?”, vraagt Ina. “Nee, nee, nee, hij is de baas en werkt op zijn kantoor in Dakar”, antwoordt Bébé terwijl hij zijn wijsvinger snel heen en weer beweegt en belt direct naar Zargane. “Alles wordt geregeld en het zal 2 à 3 uur kosten. Ga maar in de auto zitten wachten”, voegt hij eraan toe. Hoezo 2 à 3 uur? We hebben alle benodigde documenten al per Whatsapp gestuurd. We doen geen poging om er maar iets van te begrijpen. Tevergeefse moeite. Dit is Afrika. Na lange tijd staat er plotseling een man bij onze auto. M. Zargane meldt zich bij ons. De baas is aanwezig met zijn werknemers die keurig zijn gekleed in uniform. We maken kennis met elkaar. Ter plekke regelt hij voor ons een 2e passavant voor nog eens 40 dagen (kosten € 150,00), zodat we langer in Senegal kunnen blijven. We hebben niets anders te doen dan te wachten. Dan zegt M. Zargane na ruim 2 uur wachten dat we over 10 minuten kunnen vertrekken met het passavant. De 10 minuten worden uiteindelijk 3 kwartier. “Ik loop even naar M. Zargane”, zegt Ina. De 3 kwartier wachten klopt. Ze hebben een fout gemaakt omdat we een 2e passavant willen en ze moeten het herstellen. Binnen 5 minuten vertrekken we met de juiste papieren. Pfffff!! In totaal heeft dit ons ruim 3,5 uur gekost en juichend rijden we ‘legaal’ (?) Senegal in. We zijn in donker Afrika, zoals we dat vroeger zeiden. Mogen we dat nog zo zeggen? Jeroen zingt het liedje van Herman Finkers: ‘Ik heb je ontmoet …. in donker Afrika….. onder een lantaarnpaal’. De bevolking is donker van huidskleur, de vrouwen dragen kleurige kleding, ze zijn langer en het valt ons weer op dat ze met een rechte rug sierlijk lopen. Langs de weg zien we dat er groente wordt verbouwd. Wat een verschil met Mauritanië, de Arabische wereld. Na een uur bereiken we Zebrabar. De deelnemers van de rally Paris-Dakar zijn hier voor 1 overnachting. Morgen is hun laatste traject over het strand naar Dakar. We vinden het mooiste plekje op de camping met uitzicht op de lagune en de Atlantische Oceaan. Het is prachtig op Camping Zebrabar. Voorlopig blijven we hier in het natuurpark van de vogels: Langue de Barbaries.

Camping Zebrabar, onder St. Louis

03-02-2024 tm 09-02-2024 Verblijf bij Zebrabar

Sénégal, Pays de la Teranga, “Land van gastvrijheid”. De camping ligt aan zee op een smalle landstrook, omgeven door lagunes die bij eb deels droogvallen. Voor de kust ligt een hoge en lange zandbank die de golven breekt van de oceaan. Hierdoor is de zee bij het strand van de camping zeer rustig en zonder golven. Wat een heerlijk ontspannen tijd hebben we bij Zebrabar. We vermaken ons met bijna niets doen. Een wandeling naar het dorp voor enkele boodschappen is ons enige uitstapje. Verder zwemmen we in de lagune, werpt Jeroen dagelijks zijn hengel uit, hangen we bij de tent en zien we een variëteit aan prachtig gekleurde vogels op de camping. In deze dagen doen drie rally’s de camping aan: Paris-Dakar, Budapest-Bamako en Go for Africa. We zien hier mensen reizen met verschillende voertuigen: openbaar vervoer, fiets, motor, personenauto, busje, vrachtauto en brandweerauto,. De meest bijzondere gast is een grote rode bus van Rotel Tours. De 12 toeristen rijden en slapen in de bus die tevens is uitgerust met een keuken. De Dinky Toy staat te pronken op het allermooiste plekje van de camping. De rallyrijders krijgen geen genoeg van onze HZJ. “It’s the best!” en er worden veel foto’s van gemaakt. Ons uitzicht op de lagune is fantastisch! Het zand onder de banden is heel mul, maar geen probleem voor de 4×4.  Vanuit onze luie stoel aanschouwen we vele soorten watervogels, de felgekleurde  piroques van de vissers en krijgen we dagelijks bezoek van de katten en honden. Sidi is een 4 maanden jonge en vrolijke hond die nog veel moet leren. Hij is dol op slippers en als je niet uitkijkt, ben je er één kwijt en moet je met een blote voet over het zand die bezaaid is met cramcramtakjes.

Het uitzicht vanaf onze kampeerplek

Tot een aantal jaren geleden werd Senegal in een woelige West-Afrikaanse regio als een politiek stabiel land gezien, echter de laatste jaren is het er onrustig. Op 25 februari zijn er verkiezingen, maar president Macky Sall, sinds 2012 aan de macht, heeft deze op 4 februari wegens een omstreden reden voor onbepaalde duur uitgesteld. Als reden gaf hij een conflict op tussen de Grondwettelijke Raad en de Nationale Vergadering. De oppositie reageerde woedend en wil de verkiezingscampagne laten starten zoals gepland. De volgende dag zijn in Dakar als antwoord hierop rellen uitgebroken. De politie heeft traangas gebruikt tegen betogers die op hun beurt met stenen naar de politie gooiden. Eén van de presidentskandidaten van de oppositie, Anta Babacar, zou bij het protest zijn gearresteerd. Ook opposante en ex-premier Aminata Touré zou zijn opgepakt bij een betoging. De autoriteiten hebben een private televisiezender uit de ether gehaald wegens “aanzetten tot geweld”. Walf TV zelf zegt echter via sociale media dat de overheid zijn licentie definitief heeft ingetrokken. De spanningen werden de voorbije maanden vooral gestuwd door de veroordeling van oppositieleider Ousmane Sonko. Die kreeg een gevangenisstraf voor twee jaar opgelegd in een zaak rond zedenfeiten, maar volgens Sonko is hij het slachtoffer van een complot dat president Sall tegen hem begon om hem uit de race voor het presidentschap te houden. De Europese Unie roept alle belanghebbenden op om zo snel mogelijk in een vreedzaam klimaat te werken aan transparante, inclusieve en geloofwaardige verkiezingen, in overeenstemming met de rechtstaat om zodoende de traditie van stabiliteit en democratie in Senegal te kunnen behouden. Het is voor het eerst sinds 1963 dat presidentsverkiezingen met algemeen kiesrecht in Senegal worden uitgesteld. (Bron: VRT, Sara Van Poucke) Vanaf 5 februari werd de verbinding met internet afgesloten voor onbepaalde tijd. Waarschijnlijk is dit om de oppositie te verhinderen demonstraties te organiseren, maar dit is slechts een vermoeden. Op dit moment draait alles weer en wachten we de ontwikkelingen af.

Ons volgend blogbericht zal vanuit Gambia zijn. We verheugen ons nu al op de komende tijd in de tropen. Graag tot dan!

Een gedachte over “Senegal, here we come!

Geef een reactie op Herry Reactie annuleren