Van 12 februari tot 10 maart 2023
We zijn al dagen in Zagora. De afgelopen tijd heeft Ali Nassir aan onze Toy gewerkt. We brengen ’s morgens de auto en gaan op de vouwfietsjes terug. ’s Avonds halen we de auto weer op, omdat we daarin moeten slapen. Wat is er gedaan?
- Het reservewiel dat normaal gesproken op de achterdeur is gemonteerd, heeft nu een eigen standaard dat op het chassis is gelast;
- de achterdeur en de spatborden zijn opnieuw gespoten;
- De voorstoelen zijn verstevigd en opnieuw bekleed;
- Een knipperlicht is gemonteerd aan de zijde van de snorkel (was ivm APK noodzakelijk);
- Roest aan chassis is verholpen;
- Kosten totaal: € 600,-
Ali adviseert ons om de vooras te versterken en laat veel foto’s zien van Toyota’s met gescheurde voorassen. Aangezien wij een zware bullbar en lier voorop hebben, komt er veel extra gewicht op de vooras en dat gaat over die stenige pistes wel meetellen. Kosten: € 220,-. Bij onze vorige Toy hebben we dat ook al laten doen, dus overleggen we even.
“Tja, Ali heeft nu tijd.” “Morgenochtend kunnen we de auto brengen, maar is hij ’s avonds dan klaar?” “Ja. En voorkomen is beter dan genezen.” “Oké, we doen het.”

We besluiten om niet over de pistes naar Tata te rijden, omdat de regen in het gebied die route onbegaanbaar heeft gemaakt. Het wordt ons van alle kanten afgeraden, dus niet eigenwijs zijn! Bovendien vinden we geen 4×4 medereizigers.
Voordat we over de geasfalteerde weg naar Foum Zguid willen vertrekken, tòch nog een keer naar Ali. Het lampje van de mistlamp gaat branden als je op de rem trapt. Dat willen we niet. We wachten eindeloos op de elektricien, maar dan vertrekken we echt. Het probleem met het brandende mistlampje is verholpen, maar de mistlamp zelf doet het nog steeds niet. Misschien kunnen we het ergens anders laten verhelpen. We nemen afscheid van Ali. Bij vertrek geeft hij ons nog een doos met dadels. Zo lief! Om een uur of 3 rijden we naar Foum Zguid en in twee uurtjes zijn we er. De camping staat in de palmerijen en de grond is behoorlijk nat en modderig. We zien diepe moddersporen van campers die op het terrein vast hebben gezeten.
De volgende dag rijden we2 uur en arriveren we in het zo vertrouwde Tata. Zelfs met het sombere, regenachtige weer zijn we blij om hier te zijn. We besluiten om niet vrij te kamperen of naar Camping Hyatt te gaan. Door de regen zal de zandgrond zeer modderig zijn, schatten we in. We ontdekken een nieuwe plek op Park4Night. Tegenover Camping Hyatt, naast het benzinestation staat Hotel Relais des Sables. Op het terrein kunnen campers staan. De grond bestaat uit grind en dat bevalt ons op dit moment veel beter. Het regent deze dagen veel in Tata! Alle oueds zijn overstroomd en wegen zijn afgesloten. Voordat we verder rijden, nemen we uiteraard een kijkje bij Tata Titi. Helaas, we kunnen door de sterke stroming in het oued niet verder. We stappen uit en we zien de camping van Peter en Tilly aan de overkant liggen. Het lijkt of het water het terrein van de camping nog niet heeft bereikt, waarschijnlijk door het kleine walletje langs het oued.

We besluiten om over de weg naar Guelmim te rijden, met als eindbestemming Fort Bou Jerif. Het blijkt een lange tocht met hindernissen. Halverwege Tata en Akka kunnen we niet verder vanwege het bruine water dat bulderend door het oued Tata stroomt. Een rij auto’s, inclusief Marokkaanse 4×4’s, staat te wachten. Jeroen checkt voor de zekerheid, want onze auto kan maximaal door 70 cm water. Hij doet zijn schoenen en sokken uit en loopt door het water, nagestaard door de verbaasde Marokkanen. Het water gaat al gauw tot boven zijn knieën en de stroming gaat hard, zéér hard, tè hard.
Wij zijn echter niet voor één gat te vangen. ‘Waar een wiel is, is een weg’. Een omweg in dit geval. We gaan terug en even voor Tata nemen we de weg via Imitek. Na het dorp slaan we linksaf naar Akka. Een mooie route, herinneren we ons nog van drie jaar geleden. Na uren rijden bereiken we uiteindelijk de levendige stad Guelmim. Het laatste stuk naar Fort Bou Jerif gaat eerst over asfalt en het laatste gedeelte over de piste. We doen ons best, maar we herkennen het niet. Waarschijnlijk hebben we de vorige keer over een andere piste gereden. Het wordt al donker en dan is opeens de weg geblokkeerd, nu omdat er ontzettend veel blubber ligt die de piste heeft weggeslagen. Jeroen ziet links een andere piste. Die nemen we, maar ook hier kunnen we door de modder niet verder. In het donker zien we iets verderop een goede, brede piste. Deze proberen we, maar helaas, de piste houdt na zo’n 5 kilometer op bij een steengroeve. Een groot massief blok steen midden op het pad is overduidelijk. Omdat het inmiddels totaal donker is geworden, besluiten we om hier ter plekke te gaan bivakkeren. Morgen zien we wel waar we zijn gestrand. Genoeg avontuur voor vandaag. We zijn moe van het lange rijden (ook wij worden een dagje ouder), we willen wat eten, een videootje kijken en daarna lekker slapen.

We worden wakker van de vogels en het blijkt dat we best op een mooie plek staan. De temperatuur is aangenaam en we kunnen weer buiten ontbijten. We besluiten om eerst zuidelijker te gaan, omdat de pistes op dit moment te nat zijn. Bij Tan Tan is er minder regen gevallen en we komen terecht bij Ksar Tafnidilt, Caïdat de Tilemzoun. Alleen toegankelijk voor 4x4s. Naast de mooie oude ksar op een heuvel staat een nieuwe ksar, ook op een heuvel. We rijden door de poort het complex binnen. Een hotel met veel kamers, restaurant, een boetiek, een zwembad in de fraaie binnentuin, een mooi ingerichte zaal voor waarschijnlijk feesten en partijen, olijfbomen en dadelpalmen. Alles goed onderhouden door Frans/Marokkaanse eigenaren en een creatief oog voor de vele details. Het is werkelijk een paleisje. We gaan hier een paar dagen uitrusten en genieten van het mooie weer dat komen gaat. We hebben er aardig wat kilometers voor moeten rijden, maar dat hebben we er voor over. We bekijken de oude ksar en vinden zo’n ruïne toch altijd interessant.

Op een gegeven moment komt een rode Toy naast ons staan. Het is precies dezelfde auto met hetzelfde klapdak en luifel. De Portugese eigenaar met zijn Spaanse vrouw toeteren naar ons. Troopy meets Troopy! (In Australië wordt onze auto een Troopcarrier genoemd en heeft daar de koosnaam Troopy gekregen.) Uitgebreid bekijken we elkaars Toy. Het stel wil eigenlijk naar Atar in Mauritanië, maar twijfelt nog. Jeroen laat op de computer zien wat wij in 2009 hebben gedaan en hij geeft hen enkele tips. Als we elkaar hier eerder hadden ontmoet, zouden we zo zijn mee gegaan.

Ina praat ondertussen met de Nederlandse Jochem die is komen aanschuiven. Ina biedt hem koffie aan en er wordt gezellig gekletst. Jochem woont al jaren in Noord Portugal. Hij heeft een camping en wat huizen te huur. Als we in de buurt zijn, gaan we er zeker langs. De camping staat op een afgelegen gebied aan een rivier. Echt iets voor ons. Voor de liefhebbers de naam en adres:
Camping Quinta Do Rio, Rua da Quinta do Rio, 4890-140 Caledonia de Pasto
We ontmoeten het jonge Duitse stel Lucas en Anna, ook in een Toy. We spreken af om samen de offroad route naar Plage Blanche te rijden. Hun werk is het maken van reizen en daarover maken ze documentaires die ze verkopen via Youtube. Het is zeer de moeite waard om een kijkje te nemen op hun website: http://www.ruggedroadtrips.com en op youtube: youtube.com/lucasjahn De beelden spreken voor zich! Om 08.15 rijden we weg vanaf de Ksar in verband met laag tij. De route gaat namelijk voor een groot deel over het strand. Het eerste stuk piste is erg slecht door de hevige regenval. De piste is soms totaal verdwenen en scherpe stenen beletten ons om een beetje door te rijden. Hierdoor missen we het laag tij en we besluiten om in de duinen een bivak te maken. Anna rijdt voorop, daalt een duintje af en raakt met de zijkant van de achterband een scherpe rots. Luid sissend loopt de band in 30 seconden totaal leeg! Het reservewiel ligt in de kist op het dak. Het is nog een hele toer om die eruit te krijgen. Jeroen pakt daarvoor uit onze ‘garage’ een spanriem. Met zijn tweeën takelen Jeroen en Lucas het wiel uit de koffer en Anna ‘vangt’ het wiel op. Ina filmt alles, de rollen zijn goed verdeeld….Plots passeren drie mannen uit Agadir in een 4×4. Ze gaan helpen en in een mum van tijd zit het reservewiel eronder. Ina is ondertussen water aan het koken voor de thee, maar de mannen willen doorrijden. Wat een aardige mensen. “Jullie zijn van harte welkom in Marokko”, zeggen ze nog met de hand op het hart. “Shoukran”, zegt Ina meerdere keren. Ook met haar hand op het hart.

Van al die consternatie moeten we even bijkomen en in plaats van thee drinken we koffie. Erg eenzaam is het niet hier in de duinen, want niet lang daarna komt er wéér een auto aanrijden. Opnieuw met drie mannen en nu met verse vis. Ze zijn vissers en ze willen een vis voor bier ruilen. Wij hebben 2 blikjes bier à 50cl in de aanbieding, echter alcoholvrij. De mannen kijken meteen beteuterd. “Hebben jullie wel wijn?”, vraagt één van hen hoopvol. Hierop antwoordt Jeroen ontkennend. Vol ongeloof kijken ze hem aan. “Goed dan, we ruilen de vis wel voor het alcoholvrije bier. Even verderop woont Bashir en daar kan je de vis laten roosteren.” Dat gaan we doen en intussen zoeken Lucas en Anna een bivakplek in de duinen. Met hun Walkie Talkies houden we contact. Bij Bashir, waar veel vissers wonen en een militaire post is, kopen we nog een vis. Zodra hij er één klaar heeft, beginnen Jeroen en Ina te eten. Nu is het nog lekker warm. Het smaakt heerlijk! We lopen naar de klif en we kijken uit op het oued waar we morgen doorheen zullen rijden om op Plage Blanche te komen. Eerst steil naar beneden, dan door het oued en daarna kom je op het strand. De rijsporen van een aantal auto’s zijn goed te zien en dus is de doorgang mogelijk. Na een uur zoeken we Anna en Lucas op. Met behulp van de walkie talkie vinden we hen snel. Ze staan op een duin en wuiven naar ons. Wat een prachtige plek. Helemaal verscholen tussen duintjes. Anna maakt een heerlijk soepje en pasta, Ina dekt de tafel, Jeroen speelt wat op de gitaar en Lucas wandelt wat rond voor mooie plaatjes en video’s. We smullen van de culinaire maaltijd. De koffie drinken we binnen bij Anna en Lucas in hun auto omdat het behoorlijk fris wordt. We passen er gemakkelijk in. Die nacht slapen we met het geluid van de golven op de achtergrond.

Om 09.30 zitten we weer in de auto op weg naar Plage Blanche. Jeroen rijdt voorop. We kennen het nog van 15 jaar geleden. We reden de route toen andersom en met Henk. De piste door het oued is goed te doen. Jeroen probeert een paar keer het strand op te rijden, maar het zand is zeer mul. Bijna zitten we vast. Jeroen en Lucas lopen het strand op om te kijken of we op het strand kunnen rijden. Dichter bij de vloedlijn voelt de ondergrond goed. We wagen het, geven flink gas en plotseling rijden we met een gang van 60 km/u op het strand. Wat een beleving! We filmen elkaar en we hebben veel plezier. Aan het eind van Plage Blanche rijden we omhoog via een steile piste. Tot onze verbazing gaat de weg over in glad asfalt. Vervolgens slaan we af om de piste naar Bou Jerif te rijden. Eerst komen we aan bij de palmeraie en de vervallen militaire burcht. In het oued stroomt behoorlijk veel water. We zien schildpadden in het water en we genieten van de rust. Dan is het tijd om afscheid te nemen van Anna en Lucas. Zij trekken verder. We wisselen gegevens uit en misschien ontmoeten we elkaar nog ergens, inshallah.
Op Bou Jerif krijgen we visite van een ezeltje die rechtstreeks naar ons toe komt wandelen. Vlakbij blijft hij staan en wacht overduidelijk op iets eetbaars. Ina pakt een wortel en die wordt met smaak vermalen. Het ezeltje wil meer en wrijft z’n neus tegen Jeroen aan. Helaas, op is op en uiteindelijk wandelt hij verder. Een andere ontmoeting vergeten we ook niet snel: Tot onze grote verbazing komen we bekenden van 3 jaar geleden tegen: Brigitte en Norbert met hun 15 jaar oude hond in de Unimog. Drie jaar geleden op 20 maart 2020 zijn we samen midden in de nacht in één ruk naar Ceuta gereden om te proberen de Marokkaanse grens over te steken en de boot naar Spanje te nemen. Het was de laatste mogelijkheid om Marokko te verlaten in verband met de lockdown door Covid 19.

We reizen verder naar ten zuiden van Tan Tan en komen uit boven op een klif met uitzicht op oued Oum Fatma en de zee. Bij helder weer zien we de Canarische eilanden. Weer een fantastische plek gevonden. De sterrenhemel ziet er zo zuidelijk enigszins anders uit: de Grote Beer staat heel laag en de sikkelvormige maan ligt nu lui op z’n rug, als een hangmatje. In de nacht schijnen militairen voortdurend met zeer sterke zaklantaarns de omgeving af, op zoek naar bootvluchtelingen en drugskoeriers. De volgende dag klauteren we het klif af naar beneden, lopen op het strand en sprokkelen drijfhout voor een kampvuurtje. De rotsige kust is zeer fotogeniek. De zee heeft allerlei vormen in de rotsen geslepen en we blijven fotograferen. Na een paar uur klimmen we weer omhoog naar de Toy met de zware stapel drijfhout en komt Housin Ouasim voorbij op z’n brommer en stopt voor een praatje: “Bonjour! Ca va?”. Hij is visser, we schatten hem midden twintig en we hebben hem gisteren al ontmoet. Hij heeft nog één vis over die we voor Dh 100 kunnen kopen. We dingen af naar Dh 80. Housin legt ons uitgebreid uit welke verschillende vissen er zijn die op elkaar lijken, maar elk een andere kwaliteit hebben en dus ook een andere prijs hebben. Ter illustratie toont hij foto’s op zijn smartphone en benoemt de details. Hij verkoopt ons de duurste vis…(tuurlijk!)… en verzekert ons dat dit de top van de top is. En inderdaad, dit is de beste verse vis die we ooit hebben geproefd. Het leek wat op een mix van zalm en kabeljauw met een grote grove graat zodat we hem in moten konden bakken. We spreken met hem af om over twee dagen naar Naïla te rijden. Daar is een lagune waar flamingo’s en pelikanen zijn. Ook is het fantastisch viswater. Housin heeft een boot en hengels en wil Jeroen wel een dagje meenemen om te vissen voor 400 Dh. Jeroen ziet dat wel zitten.
Eenmaal aangekomen aan de lagune van Naïla gaat onze afspraak met Housin geheel in Marokkaanse stijl. Eerst belt hij dat hij anderhalf uur later komt, want z’n brommer is stuk. Daarna belt hij dat we gaan varen met de boot van zijn vriend, want zijn boot is …..ja stuk. Al twee weken! Maar hij komt er aan met een brede lach! Als hij zijn brommer bij onze Toy parkeert loopt zijn ketting eraf en dus heeft hij gereedschap nodig. Jeroen duikt z’n gereedschapskist op en Housin gaat aan het sleutelen.
“Zeg Housin”, vraagt Jeroen, “Heb je de hengels bij je?” “Uhh, nee, maar hengels kan je hier huren bij de vissers”. “O, en met wat voor aas gaan we dan vissen?” “Met verse sardines, dat is het beste! Heb jij sardines?” “Alleen in blik, nee geen verse sardines.” “We hebben echt verse sardines nodig, in blik gaat niet werken.”
Jeroen en Housin gaan naar de vissers, maar niemand heeft verse sardines. Wel kan Jeroen blinkers kopen, maar volgens Housin trappen de vissen daar niet in. Na veel gedoe hakt Jeroen de knoop door, we gaan niet vissen! Wat een deceptie. Met de vriend van Housin varen we weg, en Housin blijft op de steiger achter. Omdat de boot best ruim is, hebben we onze Zwitserse buurman René aangeboden om mee te gaan. Hij zei meteen ja. René is met zijn 20-jarige dochter op reis met een soort amfibievoertuig. Een 6-wielige quad die een trailer voorttrekt met daarop gedemonteerd een catamaran. Hiermee zijn ze van Spanje naar de Canarische eilanden gevaren, met de quad op de catamaran. Het is niet te geloven dat ze dit hebben gedaan. Ze zijn in een storm terecht gekomen met golven van 6 meter hoog en de dochter was panisch geweest, hetgeen we ons goed kunnen voorstellen. Voor geïnteresseerden hun website: www.switzerlandexpress.ch Nu gaan ze over land weer terug, op aandringen van zijn vrouw. De lagune is een mooi natuurgebied, met rietvelden omringd door duinen. We zien heel veel verschillende soorten watervogels, zoals flamingo’s, pelikanen, aalscholvers, sterns en allerlei steltlopers die we niet zo één-twee-drie herkennen. Een mooi boottochtje, zonder dat er is gevist! We ontmoeten op deze plek ook weer Marcio in zijn rode Toy. We eten samen en krijgen van hem koffielikeur mee, gestookt door zijn vader. “Neem gerust mee, ik heb thuis nog zo’n 200 liter liggen!”

Vanaf deze plek rijden we weer in etappes noordwaarts langs de kust richting Ceuta, om daar de ferry te nemen naar Spanje. Onderweg doen we nog Plage de Legzira aan. Marcio heeft ons foto’s laten zien dat hij met zijn rode Toy over het strand onder de rotsen door heeft gereden. Dat willen wij ook! In het dorpje gaat een zeer smal pad steil naar beneden en er staat een eenrichtingsverkeerbord. We mogen dus niet verder, maar Jeroen doet net of hij het bord niet heeft gezien en wurmt de Toy tussen de huizen door, zo het strand op. We worden nog nagestaard door een restauranthouder die tafeltjes klaar zet op het strand voor de lunch. Meteen zien we verderop de rotsen met de natuurlijke doorgang. Het is werkelijk fascinerend om te zien. Roestrode rotsen die in de blauwe zee verdwijnen en een natuurlijke poort vormen waar je onderdoor kan. Jeroen crost wat heen en weer en Ina maakt daar mooie plaatjes van.

Via Sidi Ifni, Essaouira, Safi en Asilah rijden we langs de westkust naar Ceuta. Het zijn mooie sfeervolle plaatsen met een Portugese historie, hetgeen nog goed zichtbaar is aan de gebouwen en stadsmuren. In Essaouira eten we eerst pannenkoeken met honing en muntthee en daarna in de haven verse vis op de BBQ. Ook kopen we mooie okergele stof om hoezen van te maken voor de autostoelen. Na ruim 9 weken Marokko stappen we weer op Europese bodem en het contrast vinden we enorm. Het is zeker niet de laatste keer dat we Marokko bezoeken!

De komende twee weken rijden we via de oostkant van Portugal naar Noord Spanje. Daar willen we Vigo en Santiago de Compostella bekijken. Met de Pasen zijn we weer even in Nederland. We zijn dan van de Kerst tot de Pasen op reis geweest!
Wat staat er op de blog?
Het filmpje over onze offroadtrip van Merzouga naar Zagora is klaar en is geplaatst. De filmpjes over Plage Blanche en Plage de Legzira volgen later. Wel zijn de foto’s al gepubliceerd. Veel lees en kijkplezier!
Heel mooi verhaal, Jeroen en Ina. Prachtige avonturen!
LikeLike
Dank je wel voor je reactie op onze blog, Dick. Wat leuk om te lezen dat je ons volgt.
LikeLike