Zomer in Baron

Vooraf

Het is al weer een tijdje geleden dat we een blogbericht hebben gepost. Niet dat we zo druk zijn, maar het kwam er gewoon niet van; we leven in het hier en nu zullen we maar zeggen.

Het is nu midden augustus 2022 en bij terugkomst van onze reis door Spanje en Portugal was er in Baron van alles te doen. De trap naar het zuidterras hebben we eindelijk aangepakt door een ‘rampe’ aan te brengen, een soort glijbaan voor rolstoelen/kinderstoelen en aanverwante artikelen. Mooi afgewerkt met flagstones en een muurtje met ingebouwde verlichting. Ron en Peter hebben hem uitgeprobeerd en goedgekeurd. In september maken we de treden nog af met de resterende flagstones.

Verder is het dak vervangen boven de keuken, want we hadden lekkage bij de schoorsteen. Hiervoor was het noodzakelijk enkele dakplaten te vervangen, maar tot onze schrik bleek de isolatie verdwenen te zijn. Opgegeten door de relmuizen die glaswol blijkbaar heerlijk vinden. Ze lieten in de plaats daarvan hun uitwerpselen in enorme hoeveelheden achter, waardoor we hebben besloten om met de inzet van een aannemer alle dakplaten boven de keuken te verwijderen en alles schoon te maken. Een enorme vieze en hete klus, want de temperaturen op het dak gingen boven de 35 graden! Nu is alles weer schoon, goed geïsoleerd en afdoende dichtgesmeerd zodat de relmuizen niet meer onder het dak kunnen komen. De noodzakelijke ventilatie geschiedt door luchtgaten met gaas. Volgend jaar pakken we de andere helft van het dak aan, want ook daar (in de woonkamer) hoorden we de afgelopen jaren relmuizen trippelen en knagen…..

Deze onverwachte klus heeft een gat in ons toch al niet riante budget geslagen, waardoor we niet meer in staat zijn om de twee oude populieren een kopje kleiner te laten maken. Dit is een werkje voor een professional, want de bomen van 40 meter hoog staan uit het lood en richting ons huis. We hopen dus dat ze nog even overeind blijven staan.

Gedurende de zomer verhuren we weer het châlet en het huis en verblijven wij in de ‘Refuge’, oftewel onze aangeklede garage. Zoals altijd hebben we erg leuke Hollandse en Franse gasten. Af en toe borrelen en eten we samen. De conversatie is een vrolijke mix van Frans/Engels/Nederlands. Half oktober zullen we in Nederland zijn om nieuwe huurders voor ons woonhuis in Gieterveen te regelen. Een mooie gelegenheid om vrienden en familie op te zoeken!

Voor geïnteresseerden volgt hieronder nog een reisverslag van onze tijd in Lissabon en Porto. Op onze blog (4x4nomads.com) staat ook een filmpje van deze stedentrips.

Veel lees- en kijkplezier en tot een volgend blogbericht.

Lissabon en Porto

11 april – 14 april 2022, Lissabon

Met behulp van de routeplanner rijden we in één streep naar de flat van Esther, aan de Rua Thomas da Fonseca. Bij haar hebben we 4 overnachtingen geboekt en een vriendin wacht met een sleutel op ons. In Portugees legt ze een aantal dingen uit en door de context begrijpen we haar goed.

De volgende ochtend lopen we naar het metrostation dat op een paar honderd meter afstand ligt. Even uitzoeken hoe het met die tickets werkt en wat voor ons de beste deal is. We besluiten om dagtickets te kopen die ons toegang geven tot alle openbaar vervoer, zoals metro, tram en liften.

Binnen een half uur staan we in het centrum van Lissabon en lopen naar de beginhalte van tramroute 28 dat volgens de reisgidsen dè route is om te doen. Het blijkt dat meer toeristen die reisgidsen lezen, want de rij is enorm. Hier hoeven we niet lang over na te denken en we bespreken plan B. Terwijl we overleggen komt Paula naar ons toe die een kansje ruikt: ze bestuurt een TukTuk en ze wil ons wel wegwijs maken. Al snel hebben we dikke pret met haar en dus stappen we in het knalroze ding dat knetterend in beweging komt. We gaan meteen omhoog door smalle en hobbelige straten terwijl Paula uitleg geeft en naar links en rechts wijst. Regelmatig stopt ze even zodat we foto’s kunnen maken van de uitzichten over de stad. We doen verschillende wijken op verschillende heuvels aan en zien de verscheidenheid in bouwstijlen en sfeer. In de vallei tussen de heuvels zijn de gebouwen en pleinen duidelijk van recentere datum, omdat bijna 2 eeuwen geleden een hevige aardbeving daar alles had vernietigd. Na ruim anderhalf uur nemen we afscheid van Paula en weten we de weg zelf te vinden. De dagen daarna dwalen we door de stad, pakken de tram (route 28!) bij een rustige halte en proberen alle liften uit die naar de hoger gelegen delen van de stad voeren. Ook shoppen we wat en gaan lekker uit eten in de wijk Alfama. Elke dag testen we ergens de ‘Pasteis de Nata’ met een kopje koffie. Dit taartje van bladerdeeg met banketbakkersroom is fameus en dus doen we serieus vergelijkend warenonderzoek. We genieten van de fijne, de goedelijke, enigszins wat chaotische sfeer van de levendige stad.

15 april – 18 april 2022, richting Porto

Na de wereldstad Lissabon hebben we behoefte om weer wat in de natuur te zijn en dus laten we de oude universiteitsstad Coìmbra liggen voor een volgende keer. We komen terecht bij São Pedra da Cadeira, een camperplaats aan zee. Het strand is schitterend en draagt de fraaie naam Praia da Foz do Sizandro. Een slingerende rivier komt uit in de zee en vormt daardoor een soort lagune. Via een houten loopbrug steek je de rivier over en kom je op het brede strand dat sterk afloopt naar de zee. De harde wind verstuift de hoge golven, waardoor alles bedekt wordt met een klammig en plakkerig zoutlaagje. Behalve de camperaars zijn het vooral Portugese bezoekers die een dagje naar het strand gaan.

Ons volgende bivak is op een parkeerplaats bij het plaatsje Condeixa-A-Nova. Met een paar andere campers staan we er rustig en het weer is aangenaam en zonnig. Ina heeft wat blaasklachten en dus denkt ze aan een blaasontsteking. Op internet zoeken we naar een artsenpost en we vinden er één op nog geen 300 meter afstand. De dienstdoende arts doet bij Ina een testje en de uitslag is duidelijk, inderdaad blaasontsteking. Om de hoek is de apotheek en zo is alles in een handomdraai geregeld! Gelukkig zijn haar klachten mild en heeft ze niet teveel last van de ontsteking. We vervolgen dus onze reis en rijden door naar Porto. Ten zuiden van Porto vinden we een plek op camping Orbitur Canidelo, in de wijk Vila Nova de Gaia.

19 april – 21 april 2022, Porto

Op 100 meter van de camping is de bushalte naar het centrum van Porto. De buschauffeur heeft nog wat tijd voordat hij moet vertrekken en vindt het leuk om Frans met ons te kunnen spreken. Na een half uur stappen we uit voor de brug over de Douro. De chauffeur wijst ons nog waar de halte is voor de terugweg en wenst ons vrolijk een fijne dag in Porto toe. Over de brug loopt alleen de moderne tram en aan beide zijden is een looppad. Het uitzicht op de stad vanaf de brug is meteen verbluffend. De oude stad ligt aan de rechteroever en de porthuizen liggen aan de linkeroever. Boottaxi’s varen over en weer en rondvaartboten in oude stijl vol toeristen varen stroomopwaarts en stroomafwaarts. Via de brug wandelen we de oude stad in en we zijn meteen gecharmeerd van de sfeer. Totaal anders dan Lissabon en dat lijkt vooral te zitten in de compactheid van Porto en veel minder autoverkeer in de smalle straten dan in Lissabon. De puien van de eeuwenoude gebouwen zijn veelal volledig betegeld en we dwalen heerlijk door de stad. Ook hier doen we trouw onze plicht en testen we veelvuldig de Pasteis de Nata met een kopje koffie. De volgende dag gaan we naar het porthuis Taylor’s voor een proeverij, want dat is wat een toerist doet als hij in Porto is: port proeven! In een chique proeflokaal worden we aan een portvat gezet en krijgen we 5 verschillende flessen met port voor onze neus, inclusief een kaasplankje met crackers. De prijslijst ligt ernaast. We proeven van wit naar rood en van jong naar oud. De lekkerste is natuurlijk de duurste: € 70,- voor een flesje. Dat is ons te gek, maar wel leuk om dat eens geproefd te hebben.

De volgende ochtend worden we weer in het Frans begroet door dezelfde aardige buschauffeur en we vertellen dat we met “retraite anticipée” zijn. Hierop begint hij te grinniken en legt lachend uit dat als je in het Portugees zegt dat je met retraite gaat, je dan ‘een grote boodschap’ moet doen. Nog nahikkend van het lachen zet hij de bus in beweging. Waarlijk een vrolijke man. We dwalen zonder specifiek doel weer door Porto en houden intussen de lucht in de gaten, want er is regen voorspeld. Zoals in elke stad wordt er voortdurend gebouwd en gerenoveerd en zodoende zien we op een kruising hoge hekken staan die de werkzaamheden daarachter aan het oog moet onttrekken. Door de ruime kieren zien we dat de riolering wordt vernieuwd en dat men daarbij op archeologische resten van fundamenten is gestuit. Archeologen meten alles op en maken foto’s. Een paar straten verder zien we dat een oud hoog gebouw wordt gerestaureerd en alleen de voorpui staat nog overeind. Deze pui is volledig betegeld met blauwe tegeltjes in reliëf. Duidelijk is de oude grandeur zichtbaar met versierde lateien, hoge ramen, kleine balkons en een bordes. Kortom, een prachtig gebouw en we zijn blij dat het wordt gered. Door ons gedraal worden we alsnog overvallen door een hevige regenbui en we vluchten het station in waar we toevallig net voor staan. De vertrekhal blijkt volledig betegeld te zijn met blauwbeschilderde voorstellingen. Eén van de bezienswaardigheden van de stad volgens de reisgids, dat we nu dankzij de regenbui per ongeluk kunnen bewonderen.

De rest van de middag regent het en we gaan terug naar de camping.

22 april – 27 april 2022, langs de rivier de Douro

We besluiten om de Douro stroomopwaarts te volgen, want Jeroen herinnert zich dat dat zeer de moeite waard is. Het achterland van Porto is bergachtig en de Douro slingert zich door de bergen. Het doet ons wat denken aan de Moezel. Regelmatig steken we de rivier over via een brug of stuwdam. De route is prachtig en van grote hoogte kijken we neer op de Douro tussen de bergen. Na enkele uren toeren strijken we neer in Souselo op een camperplaats. De gemeente heeft daar alle gratis voorzieningen voor campers geregeld die je maar kunt bedenken: toilet, warme douche, stroom (die niet werkte), ruime plekken op tegels en een vrij uitzicht over de vallei. In een review op de Park4night-app durfde een bezoeker te vermelden dat de plekken wat kort zijn voor hun 7,5 meter lange camper en dat de camper niet helemaal waterpas stond ….

Het weer is prima en we besluiten om de maximaal toegestane 48 uur parkeertijd te benutten.

We vervolgen onze weg oostwaarts en we komen nu duidelijk in de wijnstreek. Heuvels vol met alleen maar wijnranken die bestemd zijn voor wijn en uiteraard de port. Het centrum van de wijnhandel is de plaats Peso da Régua. Eeuwenlang al worden hier de vaten met wijn en port verzameld en per boot over de Douro getransporteerd naar Porto. Het is een bedrijvig stadje met veel toerisme. We steken de rivier over via een oude stenen brug en zien dat de rivier niet meer bevaarbaar is voor grote boten. Een hoge stuwdam bevestigt dat nog maar eens. We rijden omhoog de heuvels in op zoek naar het wijndomein ‘Quinta do Monte Travesso’ waar we gratis mogen staan en waar het wordt gewaardeerd als je een flesje wijn bij ze koopt. De wijnranken komen net uit en dat zorgt voor een vage fris groene waas over de heuvels. Nu oogt het nog wat kaal, maar dat zal in de zomer en herfst wel anders zijn. Via kleine grindwegen bereiken we de Quinta en we draaien de grote parkeerplaats op. We zijn de enige gasten en nemen het mooiste plekje in beslag. Vrij uitzicht en naast de vijgenbomen. We melden ons en in goed Engels wijst de jongeman ons het toilet en warme douche. Hij benadrukt dat het gratis is en dat we ons niet verplicht hoeven te voelen om wijn bij hun te kopen. Als we willen kunnen we een proeverij krijgen (die niet gratis is) en dan moet hij zijn vader daarover polsen want die leidt de proeverij. We zullen erover nadenken, zeggen we.

De gehele volgende dag staan we alleen en af en toe komen er Portugese mensen die wijn kopen. Pas ’s avonds komt er een camper bij. We wandelen door de wijnvelden richting het dorpje Barcos et Santa Leoçadia en vullen de dag verder met wat lezen en puzzelen. Jeroen is toch wel benieuwd naar de wijn en stapt het proeflokaal binnen. Een medewerkster spreekt een beetje Duits (ze blijkt van Zwitserse afkomst) en biedt aan om iets te proeven. Tja, als het wordt aangeboden zeggen we natuurlijk geen nee. We mogen drie wijnen proberen en kopen uiteindelijk 3 flessen die niet bepaald goedkoop zijn. Het zijn bewaarwijnen, dus ze gaan nog even rijpen in onze wijnkelder in Baron.

Na drie nachten vertrekken we weer en rijden richting de grens met Spanje. De heuvels worden hoger, steiler en rotsiger. De route is prachtig en we genieten volop. Vlak voor de grens stoppen we bij Freixo de Espada à Cinta. Hier heeft de gemeente camperplaatsen geregeld op een soort festivalterrein. Het terrein is zo’n 15 jaar geleden gerealiseerd met steun van de Europese Unie en bestaat uit een overdekte markthal en een groot podium. Eromheen liggen enorme parkeerplaatsen voor honderden auto’s. Volgens ons is het al jaren niet meer gebruikt, gezien de slechte staat van onderhoud. We staan er met Oostenrijkers, Fransen en een Belg (Jochen) die nogal spraakzaam is. Hij verblijft al 4 jaar in Portugal, werkend bij boeren en twijfelt nu of hij weer eens naar zijn ouders moet gaan in België. Onder het genot van een kopje koffie schakelt hij moeiteloos over naar de Coronamaatregelen en het complot wat daarachter zit, wat hem vervolgens brengt op het wereldwijde complot van de allerrijksten om de hele aarde te beheersen, om tenslotte te stellen dat de redding nabij is want Jezus is er. Als een volleerde prediker citeert hij de ene na de andere bijbeltekst. Na ruim een uur maken we op vriendelijke wijze een eind aan zijn monoloog en preek. Als we vertrekken zien we hem bij de Fransen staan praten en hebben op voorhand al medelijden met hen.

Onze route gaat door de bergen naar de grens met Spanje. De grens ligt midden in de Douro en door de stuwdam over te steken rijden we Spanje in. Er zijn geen sporen meer van grenshokjes of iets dergelijks. Vanuit het dal klimmen we slingerend naar een hoogplateau en komen uiteindelijk terecht bij het dorpje El Manzano. De gemeente heeft hier 4 camperplaatsen gerealiseerd met een betaalde watertap. We staan er alleen. In deze regio zijn fietsroutes uitgezet door een moerasachtig gebied. Kenmerkend zijn de verhoogde vlonders en stapstenen door de velden, voor het geval het water hoog staat. Op dit moment is het echter kurkdroog, zelfs de poelen en meertjes staan droog.

28 april – 01 mei 2022, Spanje: Salamanca en las Bardenas Reales

In de ochtend toetert een auto luid en dat klinkt als een bakker. Ja hoor, vers brood! Even zoeken naar wat Spaanse woordjes, want het Portugese ‘obrigado’ en ‘bom dia’ zit er goed in.

We rijden door naar Salamanca, een stad die al lang op ons verlanglijstje staat. De route er naar toe is vlak en saai. De oude stad evenwel is zeer de moeite waard. Links en rechts zeer oude gebouwen en kerken met rijk versierde puien. We slenteren wat rond en blijven foto’s maken van al het moois om ons heen. Ook interessant zijn de winkels met gedroogde hammen. Het is nogal prijzig om hier wat van te kopen, maar daar heeft de commercie iets op gevonden. Je kan een puntzakje met hamsnippers kopen, net zoals in Nederland een zak patat maar dan anders. In ieder geval bezwijken we voor de verleiding en peuzelen met smaak de ham op.

Na een aantal uren dwalen besluiten we een bivakplek te gaan zoeken, want de plek waar de auto geparkeerd staat (onder een drukke brug) keuren we af voor een overnachting. We komen terecht bij het dorpje Alejeo. Een dorpje van niets, maar wel met een knots van een kathedraal inclusief hoge spitstoren die van kilometers ver is te zien. De camperplaatsen zijn gesitueerd op asfalt, naast wat sportaccommodaties. Dat blijkt tevens de hangplek te zijn van de lokale jeugd, compleet met bonkende autoradio’s. Tegen middernacht wordt het rustig en slapen we prima.

De volgende dag ontbijten we op ons gemak in een aangenaam zonnetje en we zijn de laatsten die van de camperplek vertrekken. We rijden naar een droog en zanderig natuurgebied onder de Rioja dat sterk geërodeerd is en daardoor een kleine woestijn is. Door meerdere mensen zijn we hierop al geattendeerd en dus gaan we het morgen maar eens bekijken. We zijn toch in de buurt. We overnachten op de camping in Villafranca en hebben sinds dagen weer eens een warme douche. Wat een traktatie!

Het ‘Parque Natural de las Bardenas Reales’ staat goed bewegwijzerd en we rijden er zo naar toe. Het asfalt gaat over in een goed berijdbare en onderhouden zandweg, geschikt voor gewone personenwagens. Door het gebied lopen meerdere wegen en het is mogelijk een rondje te rijden van zo’n 50 kilometer. Het gebied doet ons sterk denken aan landschappen die we in de Anti-Atlas van Marokko hebben gezien in de buurt van Tata, alleen is dit veel minder spectaculair.

We beseffen dat we verwend zijn en we kunnen alsnog genieten van het ritje. We slaan een klein paadje in dat ons van de andere bezoekers wegleidt en zoeken onze eigen weg door het zanderige gebied. Al snel verlaten we de Bardenas Reales en rijden richting de Pyreneeën. Onderweg stoppen we in het plaatsje Uncastillo. Zoals de naam al doet vermoeden staat er een groot kasteel in ruïne op de rots en daaronder is het plaatsje gebouwd langs de rivier. Heel sfeervol om doorheen te wandelen en om uiteindelijk neer te strijken op het terras voor een kopje koffie. Het is weekend en dus is het er gezellig druk met Spaanse gezinnen die een dagje uit zijn.

De Pyreneeën komen dichterbij en de heuvels worden steiler en rotsiger. Over smalle wegen rijden we duizend bochten en dat kost ons behoorlijk wat tijd. Het is daardoor een lange en vermoeiende reisdag en we zijn eigenlijk wel uitgereden. Dus zoeken we in de buurt van Caldeaneras een bivakplek en strijken neer langs een beekje. Het is een mooie plek, alleen wel redelijk dicht langs de weg. Ina denkt dat er nog een andere mogelijkheid is, meer hoog op de heuvel en volgt een wandelpad. En ja hoor, na een tijdje komt ze blij terug en ze zegt dat er een karrenspoor is waar een 4×4 wel overheen kan. Dus rijden we de Toy dat pad op in 4×4 en komen uit op een glooiend grasveld met een kleine kapel. Het blijkt het gebedshuis van ‘Virgen de Izarbe’ te zijn. Wat een prachtige ‘maagdelijke’ plek! We klappen het dak omhoog, zetten de stoelen neer en toasten met een koele rosé op een fijne dag met een fantastisch eind.

De volgende morgen hebben we niet veel haast om te vertrekken, maar het weer slaat om en het zal gaan regenen. Dus pakken we met tegenzin de boel in en steken de Pyreneeën over in grijs, somber en regenachtig weer met laaghangende bewolking. We zien weinig tot niets van de bergen.

02 mei – 06 mei 2022, Frankrijk: Gorges du Tarn

We steken in de buurt van Pau de Spaans-Franse grens over terwijl het weer een klein beetje opknapt. Het is af en toe wat druilerig en soms breekt zelfs de zon door. In Boussens gaan we langs de rivier staan en zoeken een restaurantje. Helaas, het is maandag en dus zijn alle restaurants gesloten. We koken dus zelf maar wat en liggen al vroeg in bed, terwijl de regen zachtjes op het dak tikt. De volgende dag rijden we over kleine wegen door het zuiden van Frankrijk en komen uiteindelijk terecht in Vabres-l’Abbaye. Zoals de naam doet vermoeden staat hier een groot klooster en we zetten de Toy op de parkeerplaats voor een overnachting. We zijn net geïnstalleerd als er een enorme regenbui losbarst. In de Dinky Toy is het droog, warm en gezellig. ‘s Ochtends klaart het weer op en mensen laten in de kloostertuin hun hondjes uit. Een vriendelijk bejaard stel blijft even met ons staan praten en ze blijken oorspronkelijk uit Portugal te komen. Ze vertellen dat ze nooit helemaal zijn geaccepteerd door de Fransen, hoewel ze veel Franse vrienden hebben. Ze blijven zelfs na ruim 50 jaar buitenlanders.

Onze route gaat via Roquefort sur Soulzon, de plek waar de bekende blauwe schimmelkaas vandaan komt. Het dorp heeft een appellation op de kaasproductie, waardoor alleen de schapenkaas uit hun dorp Roquefort mag heten. We zijn precies op tijd voor een gratis rondleiding door de grotten van producent ‘Papillon’ waar de kazen rijpen. De benodigde schimmel springt over van een duurdesembrood naar de verse kazen en zorgt voor de blauw-groene adering. We krijgen in de tochtige en koude grotten veel informatie over de productiewijze, maar nog leuker is de gratis proeverij in de winkel. We proeven 4 varianten met stukjes brood en olijfolie en kopen natuurlijk een paar stukken Roquefort Papillon. De omgeving is erg mooi en we besluiten om de Gorges du Tarn westwaarts te volgen.

Steile rotsen aan weerzijden, kleine gehuchten langs een kronkelende rivier en een goede begaanbare weg. Bij Milau gaan we onder de beroemde brug door en dat is best een indrukwekkend ding. We rijden op ons gemak en in dit jaargetijde is het niet druk. We kunnen ons voorstellen dat dit in de zomer wel anders is. Bij het plaatsje Florac-Trois-Rivière zoeken we een plekje op één van de campings, maar de meesten zijn nog gesloten en degene die open is keuren we af. We proberen bij restaurant Le Pont Neuf of we op hun parkeerplaats mogen overnachten en in ruil daarvoor bij hun gaan eten. Dat vinden ze prima en ze bieden ons zelfs aan om in één van de kamers gebruik te maken van de douche. ’s Avonds eten we er heerlijk. Het restaurant is goed gevuld en de P staat bomvol.

De volgende ochtend schijnt de zon en we lopen even het stadje in. Er is markt, de terrassen zijn gevuld en het water van de drie rivieren stroomt fris en helder door de grachten en kanalen.

Het is al in de middag als we richting Nîmes en Avignon rijden, want we hebben nog één stop te gaan voordat we in Baron zijn. We hebben namelijk afgesproken om bij Philippe en Gyslaine te eten in hun restaurant in Monteux. De Toy zetten we op de camping Municipale en we fietsen op onze Brompton-vouwfietsjes naar Maison Nicolet. We worden hartelijk begroet door de hele familie en drinken samen een apéro. Dan duikt Philippe zijn keuken in en kookt weer heerlijk voor ons. We zijn de enige gasten, dus er is tijd om bij te kletsen. Tegen middernacht rollen we ons bed in.

De laatste etappe doen we in ruim 2 uur langs de Mont Ventoux en Sault. Aangekomen in Baron ligt het huis er, zoals altijd, mooi bij. Het gras is groen en moet worden gemaaid. Werk aan de winkel!

Plaats een reactie